zondag 19 mei 2019

19 mei '19


Hoe geordend oma's herinneringen vroeger waren, zo gedesoriënteerd lijken de mijne soms te zijn. In oma's brein liepen er honderden lijnen tussen iedereen zodat elke persoon eigenlijk ne Keppens was. Of iets te maken had met Ukkel, dat kon ook.
Mijn brein vult zich met een wirwar van wazige indrukken van een klein meisje in een groot hoekhuis in Evere.

's Ochtends wakker worden onder het felblauwe, prikkende deken dat zo zwaar was dat het je dieper en dieper in het logeerbed leek te drukken. Gaan piepen in de slaapkamer van oma en opa om dan op de oude, aftandse hometrainer te proberen klauteren. Iets wat nooit leek te lukken zonder de helpende hand van opa die zo groot en sterk was dat het leek alsof hij slechts één vinger hoefde te bewegen om je op het zadel te krijgen. Oma die zich terwijl bekijkt in de ovalen spiegel met sierlijke, zilveren lijst die op de tafel naast het raam staat.
Er gebeuren gekke dingen in dat huis, want de lichtschakelaars zijn zwart terwijl alle lichtschakelaars die je kent wit zijn. En er zit een raam in de deur dat apart open kan. En er wordt soep gegeten voor elk middagmaal, elke middag. Er zitten soms wormpjes in de kleine appels die op de tafel met plakkerige toile-cirée in de tuin liggen. En nog het meest magische en gekke van alle dingen is dat er water uit de kraan komt als je een grote pomp op en neer beweegt.

Op een middag vind ik op de grote steen naast het poortje naar de tuin een neergestort vogeltje. Twee grijzige, ontzettend grote ogen op een nat, plat lijfje liggen in een plasje vocht. Hadden ze die idiote klok met vogelgeluiden al gehad, had je hem kunnen horen tikken toen ik opa over mijn vondst vertelde. Oma nam me mee naar de keuken en zei dat ik nooit meer iets over dode vogeltjes aan opa mocht vertellen. Dode vogeltjes maakten hem droevig.



27 april '19
Ik weet niet hoe perkament eruit ziet.
Mijn vingers hebben nog nooit een geweekte, opgespannen, afgeschraapte beestenhuid gevoeld.
Ik weet dus niet wat schrijvers bedoelen als ze zeggen dat oudemensenvel als perkament is.

Oma's vel lijkt op vershoudfolie.
De folie spant zich op sommige plekken over de blauwe aders die over haar handen lopen, op andere plekken lijkt het losser te zitten. Blauwe aders op bleke handen.
Een gorgonzoma (zie het door de vingers, zie het tussen haakjes. De sfeer is hier al zwaarmoedig genoeg, vind je niet.)
Het patroon keert in alle zachtheid terug op de slapen van de baby die ze onbeholpen maar routineus vasthoudt. Léa grijpt met haar spitse vingers naar de foliehuid en ik heb haast schrik dat ze erdoor zou priemen. Zoals je met je vingers het plastic doorboort van ingepakte appels.
Ter bescherming leg ik mijn hand tussen die van hun. Mijn handpalm voelt Léa's, warme levendigheid en de andere kant voelt de koele berusting van oma.
Het is mooi om daar zo minutenlang te zitten, te kijken, te voelen, tijd te nemen.
Om nooit meer te vergeten.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten