vrijdag 29 januari 2016

Huilen, lypsyncen, leren en huilen

Juicht en buldert dames ende heren. Heden ten dage – eergisteren – zijn mijn examens afgelopen. De ketenen der boeken en syllabussen heb ik van me afgeworpen en triomfantelijk loop ik mijn toekomst tegemoet. Tot de volgende examenperiode dan, dan is het weer huilen geblazen.

Ik dacht tot vorig jaar met mijn premature gedachten dat de examens aan de universiteit wel gingen meevallen. Kent u het moment in The Hobbit waarop Thorin tegen Bilbo zegt “I’ve never been so wrong”? Ja, Thorin dat ben ik dus in dit scenario, alleen een kop groter en zonder mijn ochtendlijke scheerbeurt over te slagen.
Tijdens den blok ging ik elke avond een wandelingetje maken – want ons mama zei dat dat goed voor mij was – en soms wandelde ik langs mijn oude middelbare school. Op zulke momenten moest ik me tegenhouden om geen daad van puur vandalisme te plegen en in grote letters “GENIET ERVAN ZOLANG HET NOG DUURT!”, al zou dat bij mij allicht eindigen in een post-itje met dezelfde boodschap op de schoolboort plakken. Hé, alle begin is moeilijk.

Maar een mens doet vreemde dingen wanneer zij met haar hoofd over de boeken gebogen moet zitten. Een kleine bloemlezing uit mijn wonderbaarlijke avonturen:

  • Ik vond een verdwaalde liquid eyeliner en schilderde heel mijn ooglid zwart. Omdat dat nog niet emo genoeg was tekende ik ook zwarte traantjes op mijn wangen.
  • Ik ontdekte dat ik de nood voelde om mijn haren –letterlijk- uit te trekken waardoor ik een muts of kap moest dragen zodat ik niet kaal werd.
  • Ik ging drie keer joggen. Raar hé, ik weet het.
  • Ik keek alle Harry Potter films in een week.
  • Ik leerde het dansje van “Wat doen we als het binnen regent” van K3.
  • Ik ging –zoals eerder gezegd- elke avond een stukje wandelen en ontdekte de vruegde die wandelen op muziek kan brengen. Lypsincen en dansen op straat, het moet geaccepteerd worden jongens, we zijn 2016. Mijn favorieten zijn Temperature van Sean Paul voor dat in-da-clubgevoel, Niet te doen van Uberdope en Supermassive black hole van Muse om uw twilightperiode te herbeleven.
  • Ik deed heel veel dingen om maar niet mijn cursus van buiten te hoeven blokken. Zo deed ik pogingen om het alfabet achterstevoren te leren opzeggen.
  • Elke dag deed ik voor een kwartiertje mijn slonzenkledij uit, deed ik iets moois aan en danste ik voor de spiegel.
  • Ik huilde met de belachelijkste dingen eerst. How to train your dragon II en A night at the museum zijn behoorlijk emotionele films, de nieuwe Notebook eigenlijk. Ohja of toen ik de eerste vraag van mijn oefenvragen fout had, of nog beter, toen het eten te laat klaar was. Hoppa, sluizen open.
  • Ik ben al mijn wanhoop gaan projecteren op mijn plannen na de examens. Ongelooflijk trashy maar waar, deze avond zijn er geen padjes, en mochten ze er wel zijn, zouden ze allemaal naar de gracht leiden.

Maar nu is het dus afgelopen. Vrijheid blijheid, en dit schrijf ik met een lekker koude Gouden Carolus trippel naast mij. Grote meisjes verdienen grotemensenbier.


dinsdag 19 januari 2016

Call me, beep me

Dit is het verhaal van een jonge dame, vrouw, meisje, iets genaamd Eva. Eva is roekeloos, dapper, assertief en avontuurlijk. Bovendien, die Eva dat ben ik, de schrijfster van dit prulletje dat u nu aan het lezen bent.
Onlangs noemde iemand me in de aula ‘assertief’. Waarom? Ik had mijn hand opgestoken om een vraag te stellen. Ja, ik weet zelf niet wat me overkwam, ik, Eva Cabuy, de persoon die transformeert in een tomaat van zodra ze tegen iemand moet spreken. De universiteit verandert je, zegt men (ik weet niet of “men” dat zegt, maar ik zeg het en dat is ook goed). Niemand had mij ooit assertief genoemd. Asociaal, vreemd, ongemakkelijk, ja die dingen hoor ik wel vaker.
Maar dus, een individu noemde mij assertief en dat zette me aan het denken. Natuurlijk ben ik wel avontuurlijk aangelegd.

Gaat u soms beweren dat het niet avontuurlijk is om zonder bril naar de Colruyt te gaan? Holy shit, brillendragend Vlaanderen (en Nederland?), ga nooit zonder bril naar de supermarkt. Elke vage vlek die langs u loopt is een potentiële kennis die nu nooit meer tegen u gaat praten omdat u hem/haar genegeerd heeft. Elk rood rond ding kan een tomaat zijn, of een appel, of een klein uitgevallen meloen voor mensen die kleurenblind zijn.
Weet u wat van mij dan een durfal maakt, om voor een tweede keer brilloos, naakt (metaforisch naakt, niet echt naakt. Pervert.), kwetsbaar naar de Colruyt te gaan. Dolletjes.

Ach, dat is nog maar de proloog van het heldenepos dat het leven van Eva Cabuy is. Ik ben dan wel niet echt zoals Odysseus naar de onderwereld gereisd, maar ik ben er behoorlijk dicht in de buurt gekomen. Het station van Leuven lijkt namelijk zeer hard op de hel op de vooravond van uw examen nadat u een slechte lasagne gegeten hebt. Wist ik veel dat ik die lasagne eerst in de oven moest zetten alvorens ik ze een tweetal maanden geleden invroor. Niemand heeft mij dat ooit verteld, van waar moet ik die kennis halen?
Ik stond op het punt om heel discreet mij te begeven naar een plantenbak en de rest laat ik over aan uw verbeelding. Maar een heldin geeft niet op, en doet de wandeling van een kwartier terug naar haar kot om daar op haar bed –met het hoofd in de richting van de wasbak- zichzelf zachtjes jammerend te beklagen.
Het leven van een heldin is niet altijd rozengeur en maneschijn.


In het kort, wat ik eigenlijk wilde zeggen was dat het geen toeval is dat Kim Possible en Eva Cabuy hetzelfde aantal lettergrepen hebben.

woensdag 6 januari 2016

Sorry, uiteraard was het mijn fout.

Terwijl ik eigenlijk de namen van tientallen lang overleden auteurs in mijn hoofd zou moeten stampen, kan ik mij niet concentreren.
Een uurtje geleden las ik een artikel in de Standaard waarin verder verslag werd gedaan over de aanrandingen in Keulen op Oudejaarsnacht. Als overtuigde feministe en jonge vrouw anno 2016 interesseren zulke artikels me, dus ik klikte het open.

Nu ben ik boos, boos en teleurgesteld. Burgemeester, en tevens vrouw, Henriette Reker van Keulen pleit om een zogenaamde “gedragscode voor jonge meisjes en vrouwen om aanranding te voorkomen.” Zulke woorden doen me in mijn haren krabben, met mijn ogen rollen en lichtjes agressief van mijn thee slurpen. Hoewel ik vaak mijn mening voor mezelf hou over zulke dingen, kan ik nu niet anders dan in mijn pen kruipen. Schrijven schept orde in de chaos.


Mevrouw Reker, ik kende uw naam niet tot twee uur geleden, maar ik ben diep teleurgesteld. De uitspraken die u gedaan heeft over de aanrandingen die zich hebben voorgedaan in uw stad, lijken eerder uit de mond van Donald Trump komen, dan uit de uwe. 

Waarom in godsnaam blijven wij, als maatschappij en als vrouwen, toch steeds de schuld op onszelf steken als het gaat over aanrandingen en verkrachtingen. Er klopt iets niet in die redenering.
Als we de redenering van “ze heeft het zelf gezocht” volgen, zouden we ook kunnen zeggen dat het de fout van de zakenman in strak pak met aktetas was dat hij overvallen werd. Hoe durft hij, zomaar zijn rijkdom tentoon te stellen. Hoe durven vrouwen zo maar vrij en blij Oudjaar vieren.
En misschien, heel misschien, zou deze redenering nog correct kunnen zijn als enkel vrouwen in “niet conservatieve”, “hoerige”, “te blote” kledij aangesproken, aangeklampt en aangerand zouden worden. Jammer genoeg is dit niet het geval.

Toen ik op Oudjaar “teef” werd genoemd door en man die ik op de fiets passeerde, was enkel het stukje huid tussen mijn veel te grote sjaal en mijn muts zichtbaar. Mijn “vrouwelijke vormen” waren verstopt onder een laag trui en een mantel –niet gecentreerd welteverstaan- die tot over mijn knieën kwam. Ik mag dan nog van geluk spreken dat ik in Mechelen woon, een sympathieke stad, niet te klein, niet te groot. Wat zou ik niet dagelijks naar mijn hoofd geslingerd krijgen moest ik in Brussel of New York leven. Talrijke hashtags, documentaires en opiniestukken zijn daar het bewijs van.
Mevrouw de burgemeester, heeft u het dan nog nooit voorgehad, dat u op straat werd aangesproken, werd lastiggevallen? Dat lijkt me moeilijk om voor te stellen. Ten eerste door de vermelding dat u in oktober vorig jaar werd aangevallen door een man. Ten tweede door de afbeeldingen van u die een snelle Google search opleverden.

En ach, nu doe ik het zelf, het uiterlijk van een vrouw betrekken in deze zaak. Zelfs al was ik een aardappel met benen, ze zijn niet zo kieskeurig om dames aan te spreken. Al vanaf mijn veertiende krijg ik seksistische opmerkingen verhuld in complimentvorm, kus- en kattengeluiden te verduren. Zelfs al was ik een Victoria Secret model en kreeg ik op een dag het idee om met mijn lingerie en mijn vleugels een drukke winkelstraat te bewandelen, dan nog rechtvaardigt dat een verkrachting niet.

Ook op een ander vlak deel ik uw mening niet. Het blijkt dat de aanrandingen in uw stad hoofdzakelijk gebeurd zijn door Noord-Afrikaanse types. De media hebben ook niet geaarzeld om deze beschrijving meermaals in hun artikels te gebruiken. Ik vraag me dan altijd af, hadden ze hetzelfde gedaan moesten de daders een blanke huid en een lichte haarkleur hebben gehad?
Eerlijk gezegd is het gros van de opmerkingen die ik naar mijn hoofd geslingerd heb gekregen afkomstig uit de monden van middelbare, Vlaamse mannen. Op kop staan de wielertoeristen, bouwvakkers en cafébezoekers. Mannen die ongetwijfeld echtgenotes en dochters hebben.
U zegt dat mannen uit andere culturen vorming moeten krijgen over wat acceptabel gedrag inhoudt in onze cultuur. Rekent u daar ook maar de gemiddelde Europese man bij, en vergeet uzelf vooral niet.

En nu ga ik verder studeren, me met leerstof verrijken om een intellectueel schild te kunnen vormen tegen alle bagger die vrouwen over zich heen krijgen gestort. Misschien kan ik dan eindelijk de personen die mij ongetwijfeld nog in de toekomst zullen aanspreken van een gepast doch beleefd antwoord voorzien.


Dit is een heel andere inhoud dan die ik gewoonlijk plaats. Zoals ik al zei hou ik vaak mijn mond over dit soort zaken omdat ik van mezelf denk dat ik toch geen significante bijdrage kan leveren, dat mijn woorden toch niets uitmaken.
Maar mijn woorden maken nog veel minder uit wanneer niemand ze kan lezen.
Wie geïnteresseerd is in dit onderwerp, raad ik de blog van Yasmine Schillebeeckx aan. Ze lanceerde vorig jaar de hashtag #wijoverdrijvenniet die een golf van getuigenissen met zich meebracht. Ze heeft ook recent een boek geschreven. 

"Een nieuwjaarsbrief van citaten." - E.C.

Ik heb een nieuwjaarsbrief voor u geschreven. Het komt recht uit mijn hart, maar omdat ik een koude, harteloze trut ben, gebruikte ik andermans woorden om mijn oprechte gevoelens voor u uit te drukken.
Daarenboven zijn citaten de perfecte manier om mijn eruditie te etaleren. Dat en dure woorden zoals "eruditie" en "etaleren".




 “Quousque tandem abutere, Eva, patientia nostra?” – Cicero 

Maar misschien zal de vertaling voor meer duidelijkheid zorgen; Eva, hoe lang nog in ’s hemelsnaam, ga jij ons geduld misbruiken.
Niet lang meer, want wat u net heeft gehoord was mijn intro om dus aan mijn eigenlijke nieuwjaarsbrief te beginnen.

 “Ik heb iets met woorden en zinnen.” – Herman Brusselmans, Mogelijke memoires

Zo veel zelfs, dat ik in 2015 besloot om daarin verder te studeren.
Maar al die “Woorden, woorden, woorden”- Shakespeare, Hamlet kunnen toch vaak niet de leemtes van passie en extase opvullen. Geen nood, ik ga niet aankondigen dat ik eindelijk een vriendje heb gevonden. Want

“De liefde, meende zij, moest plotseling komen, met donder en bliksem –als een orkaan uit de hemel, die het leven overvalt, het omverwerpt, ieders wil als blaadjes van de bomen rukt en het hart volledig in de afgrond stort.” – Gustave Flaubert, Mme Bovary

En

“In wezen ben ik uit liefde opgebouwd.” –Herman Brusselmans, Kwantum

Maar

“Woorden als passie en extase [dus], we leren ze wel maar ze blijven plat op het papier. Soms proberen we ze om te draaien, te ontdekken wat eronder zit, en iedereen heeft wel een verhaal te vertellen over een vrouw, een bordeel of een wilde opiumnacht of een oorlog; We zijn er bang voor. We zijn bang voor passie en lachen om te veel liefde en hen die te veel liefhebben en toch hunkeren we naar dat gevoel.” – Jeanette Winterson, De Passie

Maar eigenlijk vind ik dat passie en extase serieus overroepen begrippen zijn. Want

“Zonder eentonigheid geen geluk.” – Paul Auster, Brooklyn Follies

En vergeet niet:

“Geluk hebben, dat kan van alles betekenen.” –Griet op de Beeck, Kom hier dat ik u kus

Bijvoorbeeld naar de Colruyt gaan, en zien dat de proevertjes net bijgevuld zijn. Of de snelste rij kiezen in de Colruyt. Of terugkomen van de Colruyt, struikelen, vallen recht op uw boodschappen. Ontdekken dat uw grote fles olijfolie gebroken is, waardoor je ruikt naar een boeket basilicum. Maar weet je wat geluk hebben is, zien dat uw bokaal met fetablokjes wel nog intact is.
Sommigen zouden misschien beweren dat wij ons geluk niet in eigen handen hebben. Dat eenieder een lot heeft en Vrouwe Fortuna onze leventjes in strakke banen leidt.
Voor mijn part kan Vrouwe Fortuna haar lot in haar intieme delen steken. Want daar zal wel genoeg plaats zijn.

“De intieme delen van Vrouwe Fortuna? Oh juist, ze is een hoer.” –Shakespeare, Hamlet

Sorry voor mijn grof taalgebruik, maar is er al ooit iemand ver gekomen door zich te wentelen in zijn eigen drama? Ik zie meneer daar toch zijn voorhoofd fronsen.

“Hij vraagt zich zeker af wat er met de wereld gebeuren gaat als jonge meisjes dergelijke grappen vertellen.” –Louis-Paul Boon, Menuet

“Maar er is niet een braaf en ingetogen meisje dat geen abnormale gedachten en gevoelens koestert.” –Simone de Beauvoir, De tweede sekse

Naast het feit dat ik dit jaar veel nieuwe vuile woorden heb geleerd, en een enorme liefde voor de Colruyt heb ontwikkeld, staat het ook vast dat we allemaal weer een jaartje ouder zijn geworden. Choquerend, ik weet het.

“Ouder worden is niets om naar uit te kijken, toch doe ik dat.” –Herman Brusselmans, Kwantum

Het zou wel eens een welkome afwisseling zijn om lijntjes en grijze haren te zien in de spiegel in plaats van puisten en vettig haar.

“Lijntjes en grijze haren zijn waarschuwingstekens waarmee de natuur aangeeft dat je niet met iemand moet dollen –het equivalent van de geelzwarte strepen van een wesp, of de markering op de rug van een zwarte weduwespin. Lijntjes zijn je wapen tegen idioten. Lijntjes zijn je uithangbord met WIJZE INTOLERANTE VROUW; NIET BENADEREN.” –Caitlin Moran, How to be a woman

Maar de problemen die ouder worden met zich meebrengt, wat betekenen ze nog in het licht van zoveel andere dingen.

“Ay, there’s the rub.” –Shakespeare, Hamlet

Niemand tackelt terrorisme in zijn nieuwjaarsbrief, of armoede, ongelijke rechten of het zatte oude vrouwtje dat elke dag in de Colruyt bij het wijnstandje staat.

“En die dingen moeten getackeld worden. Getackeld zoals bij rugby, met hun bek in de modder en een hoop geschreeuw.” –Caitlin Moran, How to be a woman

Ik vrees dat ik met mijn kort intermezzo de jolige sfeer een beetje naar de vaantjes heb geholpen.

“Neem nog wat thee.” –Lewis Caroll, Alice in wonderland

Of in dit geval cava.
We hebben allemaal wel van die momenten waarin het lijkt alsof het gewicht van de wereld op onze schouders ligt. Waarin we een halfuur op de koude, stenen vloer van ons kot gaan liggen om de grootste existentiële crisis van ons leven te hebben.
Maar dan zijn er ook weer van die momenten waarop je in de spiegel kijkt en denkt “Daaaamn, girl! Gij ziet er goed uit vandaag.” of na enkele minuten dralen toch durft te vragen aan de meneer van de Colruyt waar de havermout staat.

“Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld, soms ben ik een kwartelei.” –Griet op de Beeck, Kom hier dat ik u kus

En het kan misschien zijn dat jullie me nu allemaal met mijn hoofd over het asfalt willen schuren omdat deze nieuwjaarsbrief veel te lang duurt. Geen nood, het duurt niet lang meer.
Wat ik gewoon wil zeggen is dat ook 2016 voor mij een jaar met afwisseling mag zijn, met nog meer boeken en God ja, nog meer grove woorden. En stel dat 2016 een jaar wordt waarin alles van een leien dakje gaat, goh ja, wie ben ik dan om te klagen. Want alles wat ik weet is dat ik niets weet.

“Que scay je”- Montaigne

Met de groeten van Montaigne alsook uw immer ravissante kapoen,
Eva

Mechelen, 6 januari 2016