woensdag 29 juni 2016

Afscheidsbrief aan mijn korte haren

Lieve korte haren

Na lang nadenken schrijf ik je deze brief met een krop in de keel. Ik heb dit moment lang uitgesteld, maar na de spelregels voor een breuk te hebben gevolgd, zijnde een pot ijs en een fles wijn op mijn eentje leegdrinken terwijl ik mijn ogen eruit huil met The Notebook, denk ik hier klaar voor te zijn.

Ik weet het nog goed, drie jaar geleden zag ik je voor het eerst in de spiegel van de kapper op de Hoogstraat. We zijn in onze relatie getuimeld toen de kapster me aankeek via die spiegel met een pluk haar in haar handen en vroeg of ik er zeker van was. Ik gaf mijn jawoord en de eerste maanden was ik zo gelukkig.
We hebben veel goede momenten gehad. Weet je nog toen we ontdekten dat ik je in de gootsteen kon wassen? Of toen je zeker twee dagen na elkaar goed lag vanaf het moment dat ik opstond.

Maar ik weiger om terug te kijken met een roze bril. Er zijn zo veel momenten geweest die niet gelukkig waren. Zoals tijdens de examens, toen ik je moest verstoppen onder een muts omdat ik je van de stress aan het uittrekken was. Of toen je twee dagen nadat ik je gewassen had alweer vettig was.  Of die keer dat we opvingen dat ik nu blijkbaar lesbisch was omdat ik een relatie met jou had. Je staat mijn geluk in de weg. Jij samen met mijn gebrek aan empathie en mijn doorgedreven pessimisme, maar we hebben het nu even over jou en mij.

Het ging zo ver dat ik je bijna bedroog, maar het betekende niets, ik zweer het je. Er was die keer dat ik zeker twee uur lang naar warrige halflange kapsels op Pinterest heb gestaard. En op een blauwe maandag heb ik ook wel eens een pruik uit onze verkleedkoffer opgezet en me afgevraagd of ik dan gelukkiger zou zijn. Het antwoord was nee, maar dat komt ook deels omdat de pruik roze was denk ik.

We gaan een moeilijke periode tegemoet. Propere breuken zijn altijd het best, maar ik kan niet beloven dat ik mijn profielfoto op facebook nog een paar keer zal veranderen naar een van onze gloriemomenten. Ik zal ons verleden proberen te verstoppen, met haarbanden en een overvloed aan speldjes, maar ik weet nu al dat iedereen mij zal doorhebben. Ik zal huilen, vloeken, overwegen om terug naar jou te kruipen, maar ik wil doorzetten. Dat is het beste voor ons beiden. Ik heb het gevoel dat, als ik nu geen afscheid van je neem, dat ik voor heel mijn leven aan jou zal vastzitten en dat wij een gewoonte zullen worden. Dat wil ik niet.

Ik weet dat ik veel van je vraag, maar ons afscheid moet van twee kanten komen. Volgens het internet groei jij gemiddeld 10 centimeter per jaar, maar als ik beloof om je goed te verzorgen en je niet op te bellen telkens als ik dronken ben, zou jij er dan geen 4 centimetertjes bij willen doen?

Op een dag zal ik je zien op het hoofd van een andere vrouw. Ik zal je een melancholische lach toewerpen, en met mijn handen snel door mijn warrige bob gaan. En wie weet kruisen onze wegen elkaar nog eens op een dag, we zien wel. Que sera sera.


Dit is een vaarwel, ik heb van je gehouden met heel mijn hart, maar het is beter zo.

Toedels,
Eva